Sint Eustatius
ma 15 maart 2021 - vandaag is het 17-12-2024
SINT EUSTATIUS
Een bijzonder eiland, dat veel te weinig aandacht krijgt.
NEDERLANDS-ANTILIAANS EILAND
Bij Antillen denken we automatisch aan parelwitte stranden, heerlijke temperaturen, steelbandmuziek en gezelligheid. Vooropgesteld dat ieder eiland van Antillen uniek is en zijn eigen charme heeft, hebben inderdaad alle eilanden van Antillen heerlijke temperaturen, steelbandmuziek en gezelligheid.
Eén Antilliaans eiland heeft geen witte standen: Sint Eustatius. De stranden zijn donkergrijs, van vulkanisch zand.
Sint Eustatius ontleent veel van zijn charme juist aan het ontbreken van witte stranden, waardoor dit eiland niet is uitgegroeid tot nóg een tropisch paradijs voor massatoeristen met in iedere dwarsstraat twee luxe hotels.
Sint Eustatius – liefkozend ‘Statia’ (uitgesproken “steesja”) genoemd door de aimabele, zelfbewuste en trotse bevolking – is altijd het gewone en tegelijkertijd bijzondere eiland gebleven, waarop iedereen elkaar voortdurend groet.
STATIA
De Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt onthulde in 1939 op het Antilliaanse eiland Sint Eustatius een monument met op een plaquette zijn handtekening en het opschrift: “Hier werd op 16 november 1776 de soevereiniteit van de Verenigde Staten van Amerika voor het eerst erkend.”
Het was de gezagdrager van Sint Eustatius, commandeur Johannes de Graaff – geboren en zijn hele leven op dit eiland doorgebracht – die zonder toestemming van zijn superieuren in het moederland, als eerste buitenlandse functionaris ter wereld de Verenigde Staten als soevereine natie formeel erkende.
Deze erkenning was extra bijzonder, want het was geen beleefde begroeting van de verwachte overwinnaar, maar kwam op een moment dat generaal George Washington klaagde bijna zelfs geen kogels meer te hebben.
Het was een dappere actie die geen enkel ander land op dat moment durfde te nemen of zelfs in geloofde, want op het moment dat De Graaff de Verenigde Staten erkende, deed bij echt niemand het vermoeden rijzen dat de bijeengeraapte Amerikaanse opstandelingen van Washington werkelijk de overwinning zouden kunnen behalen. Op dat moment hadden de Engelsen een overweldigende overwicht in de strijd. Pas enkele jaren later, toen eerst Frankrijk en daarna Spanje een verbond met de Amerikaanse opstandelingen sloten zou de balans in het voordeel van Washington doen doorslaan.
Zes jaar na de erkenning door Sint Eustatius, tekende Nederland een vriendschapsverdrag met Amerikaanse opstandelingen, waarmee ook Nederland de Verenigde Staten officieel erkende.
Amerikanen koesteren Johannes de Graaff als een held van hun Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog en hebben zelfs een schip naar hem vernoemd. In New Hampshire State House in de Verenigde Staten hangt ook een levensgrote schilderij van deze Antilliaan uit Sint Eustatius met in zijn hand de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.
NEDERLANDS-ANTILIAANS EILAND
Bij Antillen denken we automatisch aan parelwitte stranden, heerlijke temperaturen, steelbandmuziek en gezelligheid. Vooropgesteld dat ieder eiland van Antillen uniek is en zijn eigen charme heeft, hebben inderdaad alle eilanden van Antillen heerlijke temperaturen, steelbandmuziek en gezelligheid.
Eén Antilliaans eiland heeft geen witte standen: Sint Eustatius. De stranden zijn donkergrijs, van vulkanisch zand.
Sint Eustatius ontleent veel van zijn charme juist aan het ontbreken van witte stranden, waardoor dit eiland niet is uitgegroeid tot nóg een tropisch paradijs voor massatoeristen met in iedere dwarsstraat twee luxe hotels.
Sint Eustatius – liefkozend ‘Statia’ (uitgesproken “steesja”) genoemd door de aimabele, zelfbewuste en trotse bevolking – is altijd het gewone en tegelijkertijd bijzondere eiland gebleven, waarop iedereen elkaar voortdurend groet.
Sint Eustatius is het op één na kleinste eiland van voormalige Nederlandse Antillen.
Het is een groen rotsblok van 21 vierkante kilometer boven de golven van de turquoiseblauwe Caraïbische Zee.
Het landschap kenmerkt zich door de slapende vulkaan ‘Quill’, de verengelsing van het Nederlandse woord ‘Kuil’, verwijzend naar de krater van de vulkaan. Verder is het eiland veelal vlak met stukken regenwoud.
Op Sint Eustatius is de meest gesproken taal Engels, maar het wemelt van Nederlandse namen. Oude forten hebben namen als ‘Nieuw Fort’ en ‘Waterfort’. In Oranjestad, gelegen aan de Oranjebaai, vinden we het Oranje Fort en zijn de straatnamen oer-Hollands: Breedeweg, Kerkweg, De Ruyterweg, Beatrixweg en Lange Fort Oranjestraat.
Of de Italiaanse zeevaarder in Spaanse dienst Christoffel Columbus als eerste Europeaan voet aan wal zette is niet zeker, wel maakte hij in zijn logboek melding dat zijn schip in 1493 dit eiland aandeed. Zeker is dat Columbus dit eiland als eerste op de kaart zette, het eiland de Spaanse naam ‘San Eustaquio’ gaf en als de ontdekker wordt beschouwd.
In 1636 namen Zeeuwen, namens de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) het eiland in bezit. Nederlanders veranderde de naam in ‘Sint Eustatius’ en bouwden al snel het nog steeds bestaande historische Ford Oranje.
Het eiland werd daarna enkele keren voor korte tijd door Engeland en Frankrijk bezet, maar kwam telkens weer terug in Nederlands bezit. Sinds 1816 is het eiland onafgebroken onderdeel van Nederland.
ONGEREPTE HISTORIE
Bijna nergens vinden we zoveel ongerepte geschiedenis als op Sint Eustatius en bijna nergens vinden we een bevolking die zo bewust is van de eigen geschiedenis als Statianen, de inwoners van dit Antilliaans eiland.
Het natuur had Sint Eustatius bedeeld met een prachtige rede waar honderden schepen tegelijk voor anker konden liggen, te midden van een groep Europese koloniën: eilanden van Engeland, Frankrijk, Spanje en Denemarken.
Dank zij de handel was dit eiland ooit het rijkste grondgebied van Nederland en in de regio – zo niet in de hele wereld.
Het eiland grossiert in gedenktekens ter herinnering aan zijn roemruchtige historie en de oude bouwwerken worden met liefde onderhouden. Op dit kleine eiland staan heel veel potentiële monumenten, de grootste dichtheid van historische panden, gebouwen en objecten per vierkante kilometer in het hele gebied.
Ontsnapt aan vervolging in Europa arriveerden Portugese Joden op Curaçao en waaierden uit ook naar Sint Eustatius. Gefinancierd door de Joodse gemeenschap op Curaçao werd 1737 een synagoge in Oranjestad gebouwd en hoewel er allang geen Joodse gemeenschap meer is op Sint Eustatius, zijn de muren van deze synagoge onlangs gerestaureerd. Ook de ‘Jewish Cemetery’ is zo’n bezienswaardigheid. De inscripties op de grafzerken zijn opgesteld in het Portugees, Engels en Hebreeuws. De oudste grafzerk dateert van 1742 en de laatste van 1843, maar toch is deze begraafplaats – net als overigens de Christelijke historische begraafplaats ‘Oude Kerk’ – respectvol en zeer goed onderhouden.
Maar ook de straten en stegen op het eiland zelf zijn het bewonderen waard. Tijdens een wandeling door de geplaveide stegen van Oranjestad voelt het even alsof we honderden jaren terug in de tijd reizen.
De Nederlandse Gouden Eeuw was een tijd van economische voorspoed en culturele bloei in Nederland, maar ook een tijd van de vele oorlogen die Nederland voerde en natuurlijk de slavernij. Nederlandse zeevaarders en kooplieden zetten een handelsnetwerk op poten dat de Nederlanders welvaart en veel rijkdom bracht, maar ook talrijke mensen in Afrika, Azië, Amerika en Caribbean hun vrijheid ontnam. Bijna nergens vinden we mensen met zoveel kennis van de slavernij, die zo begaan en zo bewust is van het slavernijverleden – waar hun voorouders het lijdend voorwerp waren – als op Sint Eustatius. Herinneringen aan deze slavernij is nog overal op het eiland te zien in de vorm van monumenten.
Deze Gouden Eeuw eindigde in het rampjaar 1672 toen het Nederlandse staatshoofd Johan de Witt in Den Haag werd gelyncht. Vanaf deze tijd werd Sint Eustatius een steeds belangrijker Nederlands grondgebied. Al snel was het eiland de belangrijkste WIC-handelspost en het meest winstgevende bezit van de WIC. Er werden plantages aangelegd om o.a. suikerriet te verbouwen. Suiker was in die tijd in Europa net zo waardevol als specerijen uit Oost-Indië.
Omdat het werk op de suikerrietplantages te zwaar was – en de inheemse Cariben op de plantages massaal stierven aan de uit Europa meegebrachte ziekten en door uitputting – werden mensen uit Afrika gehaald, die op de plantages moesten werken. Er ontstond een handel in Afrikanen die een lucratieve handel zou worden.
Curaçao was toen weliswaar de belangrijkste slavenmarkt in de regio, maar ook Sint Eustatius speelde een prominente rol in het Nederlandse slavernijverleden en was doorvoerhaven voor de handel in slaven vanuit Afrika naar Amerika.
Suiker was in Europa een luxe en werd er zoveel winst op gemaakt dat suiker ook wel ‘het witte goud’ werd genoemd. Europese regeringen merkten dat er veel winst met suikerhandel kon worden gemaakt en gingen veel belasting heffen over suiker. Suiker was economisch zo belangrijk dat Europese grootmachten probeerden om koloniën te krijgen op de Caribische eilanden en vele veldslagen vonden plaats om de macht over de eilanden.
Belastingheffing op suiker was ook mede aanleiding van de Amerikaanse Revolutie. Langzaam raakten de Engelse koloniën in Noord-Amerika vervreemd van het moederland. Steeds meer zag men in dat het Engelse bestuur alleen het voordeel van Engeland op het oog had en niet dat van de koloniën. Tal van belastingen zetten kwaad bloed, omdat deze niet ten goede aan de koloniën kwamen. Door al deze belastingheffingen – bekend als de ‘Intolerable Acts’ oftewel de ‘Ondraaglijke Wetten’ – ontstond een conflict dat leidde tot de Amerikaanse Revolutie.
GOUDEN ROTS
Na de Nederlandse Gouden Eeuw en drie zeeoorlogen bevonden Nederland en Engeland zich in kalmere vaarwateren. De concurrentie tussen deze twee zeenaties nam af en het bleef lang rustig. Voor Nederland bleek deze vreedzame periode economisch niet positief uit te pakken, de Nederlandse economie begon gestaag af te zwakken. Sint Eustatius werd nóg belangrijker en was steeds meer de kurk waar de Nederlandse economie op dreef. De WIC maakte van de eilanden Curaçao en Sint Eustatius ‘vrijhavens’ – havens met vrijstelling van betaling van belasting – en de haven van Sint Eustatius werd de belangrijkste doorvoerhaven van de Caribbean, wellicht van heel Westelijk Halfrond.
Stapelhaven Oranjestad was een plaats waarheen alle denkbare producten werden gebracht om van daaruit verder te worden verhandeld. De hele kust van Oranjestad was volgebouwd met pakhuizen waar de meest luxe goederen uit de hele wereld lagen opgeslagen. Sint Eustatius groeide uit tot handelshoofdstad van de West-Indië en werd een van de drukste havens ter wereld. In de haven van Oranjestad legden meer schepen aan dan in Amsterdam en Londen samen. Dagelijks arriveerden schepen afkomstig uit Azië, Amerika en Europa. Handelswaar uit de hele wereld werd opgeslagen en nog altijd zijn op Sint Eustatius de restanten van de pakhuizen uit die tijd te bewonderen.
Na een vrij vreedzame periode begon rond 1770 een roerige tijd. In Europa was het de tijd van veel spanningen tussen de Europese landen. In Noord-Amerika kwamen de Engelse koloniën aan de oostkust in opstand tegen de Engelsen en besloten een zelfstandig land te vormen, de Verenigde Staten. De Engelsen probeerden de vorming van dit land tegen te houden en er brak oorlog uit tussen Engeland en zijn 13 koloniën in Noord-Amerika.
De Europese landen sloten hun koloniën af voor handel met de rivaliserende landen. De Nederlanders bleven neutraal en handeldrijven via de vrijhaven Sint Eustatius. Er werd van alles verhandeld en hierdoor konden landen die niet met elkaar mochten handeldrijven, wel met Sint Eustatius handelen en via deze omweg toch goederen van elkaar kopen. Sint Eustatius kreeg de bijnaam ‘Golden Rock’ (Gouden Rots).
HET SALUUT
Op 4 juli 1776 tekenden vertegenwoordigers de Verenigde Staten, het land in wording gevormd door de 13 opstandige Engelse koloniën op het Noord-Amerikaanse continent, een ‘Onafhankelijkheidsverklaring’.
Twee maanden later werd de 47-jarige Statiaan Johannes de Graaff ingezworen als commandeur van Sint Eustatius. Zijn eerste activiteit als commandeur was het openen van de haven van Sint Eustatius voor schepen van de Amerikaanse opstandelingen.
Op 16 november 1776 zeilde Andrew Doria onder bevel van kapitein Robinson de Oranjebaai binnen en stevende naar de ankerplaats onder Fort Oranje. Het schip Andrew Doria, vernoemd naar de Italiaanse zeevaarder Adrea Doria, was een tot oorlogsschip omgebouwde handelsschip van de Amerikaanse opstandelingen. Toen Andrew Doria de rede naderde had dit schip in de mast de rood-wit-gestreepte Continentale vlag met 13 strepen van de Verenigde Staten. Kapitein Robinson kondigde zijn komst aan door 13 saluutschoten af te vuren, één schot voor elk van de 13 koloniën die in opstand waren tegen de Engelsen. Commandeur De Graaff gaf het bevel te beantwoorden met een saluut van elf schoten uit de kanonnen van Fort Oranje, een teken van erkenning van een onafhankelijk land.
Met die saluutschoten was Sint Eustatius de eerste die officieel het toetreden van het land Verenigde Staten van Amerika tot de gemeenschap der onafhankelijke naties erkende.
Andrew Doria was gearriveerd om munitie te kopen voor de Amerikaanse revolutionaire strijdkrachten.
Kapitein Robinson overhandigde tevens een kopie van de Onafhankelijkheidsverklaring aan De Graaff.
De Engelsen waren furieus en eisten De Graaffs ontslag. De Graaff moest naar Nederland om uitleg te geven en in Den Haag betoogde hij zich gewoon aan de “regels van vrijhaven” te hebben gehouden. Nederland stelde zich tevreden met zijn verweer. Het was een actie voor de bühne, want Nederland wilde zich sowieso niet de wet te laten voorschrijven door de Engelsen. Bovendien werd in Nederland heel goed verdiend aan de Amerikaanse handel via Sint Eustatius.
De Graaff keerde terug en de handel nam opnieuw een vlucht. Meer dan de helft van alle militaire voorraden van de opstandelingen werd verkregen via Sint Eustatius. Amerikaanse verbindingen met Europa verliepen via dit eiland.
“Een Rijk waar de zon nooit ondergaat”. Deze zin werd gebruikt om het immense Engelse Rijk aan te duiden en verwees naar een Rijk dat zo uitgestrekt was, dat er altijd wel een deel was dat daglicht ontving. Toch was het een eiland van nog geen vijf bij vijf kilometer hét middelpunt van de opwinding in het Parlement van het Rijk waar de zon nooit onderging.
Tijdens de Amerikaanse Revolutie stoorden de Engelsen zich meer aan Sint Eustatius dan aan de opstandelingen.
Engelse parlementariërs klaagden voortdurend: “Sint Eustatius heeft het Engelse Koninkrijk meer kwaad gedaan dan al de wapens van onze sterkste vijanden.”
De Engelse gezant Sir Joseph Yorke schreef: “De opstandelingen in Amerika zouden hun revolutie allang moeten opgeven als zij niet door Sint Eustatius waren geholpen.”
De ondiplomatieke Lord Stormont riep: “Als Sint Eustatius drie jaar geleden in zee was gezonken, zou het Engelse Koninkrijk al met die Amerikaanse rebel George Washington hebben afgerekend.”
DE BEZETTING
De Amerikaanse Revolutie was twee jaar bezig toen de Fransen een militaire alliantie met de Amerikanen aangingen. Spanje volgde een jaar later, maar weigerde de Amerikaanse onafhankelijkheid te erkennen uit angst voor opstanden in de eigen koloniën. Op 20 december 1780 verklaarde Engeland de oorlog aan Nederland vanwege de handel via Sint Eustatius en sloot Nederland zich aan bij de anti-Engelse alliantie.
Nog voordat de oorlog officieel werd verklaard, werd besloten de Engelsen een vloot naar Sint Eustatius te sturen. Admiraal Sir George Brydges Rodney, die met zijn vloot in het gebied lag, kreeg opdracht Sint Eustatius in te nemen voordat een Nederlandse oorlogswaarschuwing het eiland kon bereiken. Rodney had ook nog een oude rekening te vereffenen met Sint Eustatius, want na een zeeslag met de Fransen kwamen vanuit Sint Eustatius schepen met materiaal voor reparaties en deden de schade teniet die hij de Franse vloot had toegebracht.
Rodney verscheen met een enorme gevechtsvloot van 15 linieschepen, de grootste oorlogsschepen die toen bestonden, honderden zware kanonnen en talloze kleinere schepen die honderden soldaten vervoerden.
Commander De Graaff wist niets van de Engelse oorlogsverklaring, maar kon toch weinig tegen de overmacht beginnen. De Graaff had welgeteld één oorlogsschip, hooguit twee dozijn kanonnen en een garnizoen van zo’n zestig man.
Rodney maande de commandeur tot onmiddellijke overgave van het eiland met alles wat daarop is en daartoe behoort.
De Graaff gaf zich over nadat hij twee salvo’s had laten afvuren als symbolisch verzet ten behoeve van de Nederlandse admiraal Lodewijk van Bylandt, die het bevel voerde over het schip van de Nederlandse marine dat in de haven lag.
De Engelse bezetting was op 3 februari 1781 een feit. De aanwezige Amerikaanse koopvaarders werden in beslag genomen en de Amerikanen gevangen gezet. Franse onderdanen werden naar de naburige Franse eilanden verbannen.
Terwijl hebzuchtige Rodney kostbaarheden verzamelde, was zijn afkeer van de hebzucht van de Engelse kooplui en handelaren intens, want zijn medesoldaten sneuvelden onder de kogels die zijn eigen landgenoten hadden geleverd.
Toch was Rodney het meest gebrand op de Joodse Statianen, die het eiland direct moesten verlaten zonder dat zij hun huis of familieleden mochten bezoeken. Zij werden naar Saint Kitts verbannen en hun huizen werden geplunderd.
De Graaff – die volgens Rodney de Engelsen had beledigd door het saluut van een piraat te beantwoorden en die, gedurende zijn hele ambtstermijn, een begunstiger van de Amerikaanse rebellie was geweest - werd gevangen genomen en naar Engeland gedeporteerd.
Rodney kondigde wraakzuchtig aan: “Ik zal Sint Eustatius verwoest achterlaten, niet langer het grootste handelscentrum ter wereld, maar nog slechts een woestijn, alleen nog bekend uit verhalen.”
Hij schreef in zijn verslag: “Sint Eustatius mag nooit meer aan Nederland worden teruggegeven, aangezien dit eiland Engeland grote schade heeft berokkend en alleen heeft bijgedragen aan voortzetting van de oorlog.”
Rodneys plunderingen en confiscaties duurden maanden en leverden hem zelfs verwijten in eigen land.
In de overtuiging dat hij het veroverde eiland dank zij de bezettingsmacht die hij achterliet onneembaar was, vertrok Rodney voor naar Bardados. Kort daarna kwam het bericht dat de Franse vloot op weg was naar de Caraïbische Zee. De Engelsen namen aan dat Jamaica het doelwit was en deden een beroep op Rodney dit eiland te verdedigen.
Echter, de eerste Franse aanval was tegen Sint Eustatius gericht, waarvan Rodney dacht dat hij het onneembaar had achtergelaten. De Fransen gebruikten een list en zetten een regiment Engelstalige soldaten aan land, uitgerust precies zoals de Engelse soldaten, met rode uniformjassen en gele revers. Het waren Engelse en Ierse avonturiers in Franse dienst en hun komst op Sint Eustatius bracht de verdedigers hopeloos in verwarring.
De Gouden Rots werd bezet door de Fransen elf maanden na Rodneys massale inval.
Edmund Burke was de enige Engelse parlementariër die Rodneys bezetting van Sint Eustatius afkeurde en wellicht had De Graaff zijn vrijlating aan hem te danken. In zijn toespraak ‘Anders dan alle andere’ over Sint Eustatius zei Burke:
“Sint Eustatius had geen eigen producten, noch een oorlogszuchtige instelling of militaire strategieën. Zijn praktische nut was zijn afweer. Het was een toegankelijk eiland voor iedereen en zijn neutrale karakter was zijn bescherming en waarborg. Zijn eigenaren en commandeur hebben het eiland in de geest van de handel tot een markt voor de hele wereld gemaakt. Zijn welvaart was buitensporig en vloeide voort uit ijver, werklust en de aard van zijn handel.”
Johannes De Graaff werd kort hierna vrijgelaten en keerde als ambteloos burger terug naar zijn geboorte-eiland.
Hij trof een weliswaar geruïneerd en ontvolkt eiland aan, maar Sint Eustatius was niet in een ‘woestenij’ veranderd, zoals Rodney wraakzuchtig had aangekondigd. Echter, hoewel het eiland tijdens de Franse bezetting weer werd opgebouwd en bevolkt, zou het nooit de buitensporige welvaart van vroeger terugkrijgen.
De vroegere commandeur De Graaff bleef tot zijn dood in 1813 op Sint Eustatius wonen, hij werd 84 jaar oud.
Frankrijk gaf Sint Eustatius terug aan Nederland en de Nederlandse vlag wappert vanaf 1816 – tegenwoordig naast de vlaggen van Sint Eustatius en Amerika – tot op de dag van vandaag boven het eens zo roemruchte Antilliaans eiland.
In de woning van De Graaff is tegewoordig een museum gevestigd. Het volkslied van Sint Eustatius heet ‘Golden Rock’.
‘Statia Day’, de nationale feestdag van Sint Eustatius, wordt elk jaar op 16 november gevierd. Op deze dag in 1776 werden saluutschoten afgevuurd vanaf Fort Oranje en werd de soevereiniteit van Amerika voor het eerst erkend.
Met beleefde groeten,
Gilbert Engelhardt
Copyright - Disclaimer - Privacy
Betrokken organisaties
Gilbert EngelhardtIn deze maart 2021 editie van het Latin-Magazine onder andere:
Edsel Juliet brengt Corona-lied uit
Muzikant Edsel Juliet heeft een nieuw nummer uitgebracht: 'Danki Corona'. Ook voor hem veranderde er veel vorig jaar.
LatinWorld Recept: Burrito
LatinWorld recept: Burrito, een heerlijk Mexicaans pakketje, envelopje van deeg, gevuld met kip en bonen.
Krijg die coronakilo's er dansend af
Heb je wel eens gedacht aan salsa dansworkshops om die coronakilo's te lijf te gaan?
Sangria
Sangría wie kent het niet. Tegenwoordig overal te koop gewoon uit een flesje bij de supermarkt.
Netflix kijktip: Hogar
Netflix kijktip: Hogar is een Spaanse film uit 2020, geregisseerd door Àlex Pastor en David Pastor.
Je krijgt maar één kans!
Je krijgt maar één kans! Eén kans om de video van jouw winnende optreden voor het Nederlands Kampioenschap Afro Latin ..
Pimento Ginger Beer
Laten we het deze keer eens hebben over Ginger Beer en Ginger Ale en dan vooral over Pimento Drink.